Het schaatsgevoel
Tja… Schaatsen op de randmeren zit er vandaag, voor mij, alweer niet in.
En, tot mijn verbazing, moet ik bekennen dat ik het niet eens zo erg vind…
In ieder geval minder erg als dat ik had kunnen vermoeden.
Het is nog niet eens zo lang geleden dat ik, als er natuurijs lag, heel onrustig werd.
Dat ik bijna chagerijnig of wellicht verdrietig kon reageren als er iemand ‘Ik ga vanmiddag lekker schaatsen’ zei…
Niet omdat ik het diegene misgunde maar meer omdat ik het heel erg vond dat ik dat niet kon.
En het schaatsgevoel zo miste.
Maar tis klaarblijkelijk toch net als met alle dingen in het leven…
In de loop van de jaren gaan de scherpe randjes er wat van af.
Ik ben uiteindelijk, ook wat het schaatsen betreft, vergroeid geraakt met mijn wielen.
En, aangenaam verrast, realiseer ik me dat ik al een tijd niet heb gedroomd dat ik aan het schaatsen was…
Voor het eerst sinds jaren kan ik, zonder pijnlijke heimwee, het gevoel oproepen wat er door me heen ging als ik mijn schaatsen aantrok.
Of hoe het voelde als ik de eerste, ietwat voorzichtige, streken maakte om daarna over het ijs te glijden voor de mooiste tochten.
En ook het gevoel van ‘moe maar voldaan’ met koude voeten en rozige wangen voor de kachel.
Het is een goed gevoel, dit schaatsgevoel…
In de Januari middagzon, half verscholen onder een dikke deken, mijn handen warmend aan een beker chocomel en kijkend naar kinderen die schaatsen op de vijver, leun ik achterover in mijn luie stoel en bedenk tevreden dat ik houd van wat er is…
En dat voelt nog veel beter.










