'Belle histoire'

Spiegel

30 november 2011

Een man en zijn zoon lopen door het bos.
Plotseling struikelt de jongen en omdat hij een scherpe pijn voelt, roept hij “aaahhh”.
Verrast hoort hij een stem vanuit de bergen roepen: “aaahhh”.
Nieuwsgierig roept de jongen: “Wie ben jij?”Het enige antwoord dat hij terugkrijgt is: “Wie ben jij?”
Hij wordt kwaad en roept: “lafaard!”, waarop de stem roept: “lafaard!”
De jongen kijkt zijn vader aan en vraagt wat er gebeurt. De man antwoordt: “Let maar eens op”
en roept vervolgens: “Ik bewonder jou.”De stem antwoordt: “Ik bewonder jou!”
De man roept: “Jij bent prachtig!”De stem antwoordt: “Jij bent prachtig!”
De vader legt daarop uit: “De mensen noemen dit een echo, maar eigenlijk is het ‘het leven’.
Het leven geeft je altijd terug wat jij geeft. Het leven is een spiegel van jouw handelingen.
Als je meer liefde wil, geef dan meer liefde.
Wil je dat mensen begripvol en respectvol met je omgaan? Geef ze dan begrip en respect.
Dit gaat op voor alle aspecten van het leven.
Wat je geeft wordt weerspiegeld in wat je terugkrijgt van het leven.

Les van de vlinder

24 februari 2009

“Op een dag verscheen er een kleine opening in een cocon. Een man zat uren te kijken hoe de vlinder zijn lijf door de kleine opening probeerde te worstelen.
Op een gegeven moment leek het of de vlinder geen vooruitgang meer boekte. Het leek of hij niet verder kon dan hij gekomen was. De man besloot de vlinder te helpen: hij pakte een schaar en opende de cocon. De vlinder kwam er nu een stuk makkelijker uit. Maar de vlinder had een verweerd lijf. Hij was klein met verschrompelde vleugels. De man bleef kijken want hij verwachte dat de vleugels zich elk moment zouden
openen en groter en steviger zouden worden, zodat ze het lijf konden dragen. Er gebeurde niets! Integendeel, de vlinder leefde zijn leven al strompelend. Hij heeft nooit kunnen vliegen. De man was vol liefde en goede bedoelingen, maar begreep niet dat de kleine
opening in de cocon en de worsteling van de vlinder om eruit te komen,
de natuurlijke weg was om vocht vanuit het lijf in de vleugels te persen,
zodat hij gereed zou zijn om te vliegen zodra hij de cocon had verlaten”.

Soms zijn worstelingen precies wat we nodig hebben in het leven. Als we ons leven zouden leven zonder obstakels zouden we kreupel raken. We zouden niet sterk zijn als we zouden moeten zijn. We zouden nooit kunnen vliegen.

Ik vroeg om Kracht…En ontving moeilijkheden om me sterk te maken.
Ik vroeg om Wijsheid…En ik kreeg problemen om op te lossen.
Ik vroeg om Voorspoed…En ik kreeg de hersenen, het verstand, om te kunnen werken.
Ik vroeg om Moed…En ik kreeg obstakels om te overwinnen.
Ik vroeg om Liefde…En ik kreeg mensen op mijn weg met problemen, die ik kon helpen.
Ik vroeg om Gunsten…En ik ontving kansen.

“Ik kreeg NIETS van wat ik wilde….
Maar ontving ALLES wat ik nodig had.”

Teken van rijkdom

De vader van een welgestelde familie nam zijn zoon op een dag mee voor een reis over het platteland. De man had het vaste voornemen om zijn zoon te laten zien hoe rijk en hoe arm mensen kunnen zijn. De man en zijn zoon verbleven een paar dagen op een boerderij van een familie die moeite had om rond te komen.

Toen vader en zoon na een paar dagen weer terugreden naar hun landgoed, vroeg de vader aan zijn zoon wat hij van de afgelopen dagen vond.

“Ik vond het geweldig, vader”, zei de zoon.

“Heb je nu ontdekt hoe arm mensen kunnen zijn?” vroeg zijn vader.

“Ja, ik heb veel geleerd”, antwoordde de zoon. “Ik zag dat zij vier honden hebben, terwijl wij er maar een hebben. Ik zag dat zij een beekje hebben dat doorloopt tot het eind van de wereld terwijl wij een vijver hebben die maar tot halverwege de oprit komt.

Wij gebruiken lantaarns, terwijl zij iedere nacht naar de sterren kunnen kijken en ons landgoed loopt maar tot aan de weg, terwijl zij de wereld tot aan de horizon hebben. Wij hebben bedienden die voor ons zorgen, terwijl zij voor anderen zorgen. Wij hebben muren om ons landgoed staan om ons te beschermen, terwijl zij vrienden hebben om hen te beschermen.”

De vader zweeg verbijsterd. Toen sprak zijn zoon: “Dank je dat je mij hebt laten zien hoe arm we eigenlijk zijn.”

Eekhoorn en de mier

19 februari 2009

Op een ochtend klopte de mier al vroeg op de deur van de eekhoorn.
‘Gezellig,’ zei de eekhoorn.
‘Maar daar kom ik niet voor,’ zei de mier.
‘Maar je hebt toch wel zin in wat stroop?’
‘Nou ja … een klein beetje dan.’
Met zijn mond vol stroop vertelde de mier waarvoor hij gekomen was.
‘We moesten elkaar een tijdje niet zien,’ zei hij.
‘Waarom niet?’ vroeg de eekhoorn verbaasd. Hij vond het juist heel gezellig als de mier zo maar langs kwam.
Hij had zijn mond vol pap en keek de mier met grote ogen aan.
‘Om erachter te komen of we elkaar zullen missen,’ zei de mier.
‘Missen?’
‘Missen. Je weet toch wel wat dat is?’
‘Nee,’ zei de eekhoorn.
‘Missen is iets wat je voelt als iets er niet is.’
‘Wat voel je dan?’
‘Ja, daar gaat het nou om.’
‘Dan zullen we elkaar dus missen,’ zei de eekhoorn verdrietig.
‘Nee,’ zei de mier, ‘want we kunnen elkaar ook vergeten.’
‘Vergeten! Jou?!’ riep de eekhoorn .
‘Nou,’ zei de mier. ‘Schreeuw maar niet zo hard.’
De eekhoorn legde zijn hoofd in zijn handen.
‘ Ik zal jou nooit vergeten,’ zei hij zacht.
‘Nou ja,’ zei de mier. ‘ Dan moeten we nog maar afwachten. Dag!’
En heel plotseling stapte hij de deur uit en liet zich langs de stam van de beuk naar beneden zakken.
De eekhoorn begon hem onmiddellijk te missen.
‘Mier,’ riep hij ‘ik mis je!’ Zijn stem kaatste heen en weer tussen de bomen.
‘Dat kan nu nog niet!’ zei de mier. ‘Ik ben nog niet eens weg!’
‘Maar toch is het zo!’ riep de eekhoorn.
‘Wacht nou toch even,’klonk de stem van de mier nog uit de verte.
De eekhoorn zuchtte en besloot te wachten. Maar hij miste de mier steeds heviger. Soms dacht hij even aan beukenotenmoes,
of aan de verjaardag van de tor, die avond , maar dan miste hij de mier weer.
’s Middags hield hij het niet langer uit en ging hij naar buiten.
Maar hij had nog geen 3 stappen gedaan of hij kwam de mier tegen moe, bezweet, maar tevreden.
‘Het klopt,’ zei de mier. ‘Ik mis jou ook. En ik ben je niet vergeten.’
‘Zie je wel,’ zei de eekhoorn..
‘Ja,’ zei de mier.
En met hun armen om elkaars schouders liepen zij naar de rivier om naar het glinsteren van de golven te gaan kijken

Toon Tellegen, Misschien wisten zij alles.

Lichte last

12 februari 2009

Twee monikken die op reis waren kwamen bij een rivier aan, waar ze een vrouw ontmoetten.
Omdat de vrouw bang was voor de stroming in de rivier vroeg ze of de monniken haar naar de
overkant wilden dragen. Een van de monniken aarzelde, maar de andere zette haar op zijn schouders,
stak het water over en zette haar neer op de oever aan de overkant van de rivier.
De vrouw bedankte hen en vertrok.

Terwijl de monniken hun reis vervolgden,
was de ene monnik in zichzelf gekeerd en aan het broeden.
Niet meer in staat om het zwijgen te bewaren zei hij wat hem dwars zat.
“Broeder, onze spirituele training leert ons elk contact met vrouwen te mijden,
maar jij pakte haar op je schouders en droeg haar!”
“Broeder”, antwoordde de andere monnik, “Ik heb haar neergezet aan de overkant, terwijl jij haar nog steeds bij je draagt.”

Dromen zijn bedrog

25 januari 2009

Er was eens een man die stenen hakte uit een rots. Hij vond zijn werk veel te zwaar en droomde dat hij rijk was, en plotseling was hij rijk.

Op een dag stond hij langs de weg toen er een koning voorbij kwam in een prachtige koets. Was ik maar koning dacht hij ontevreden,
dat zou nog mooier zijn, en plotseling was hij koning.
Met veel ruiters en paarden reed hij in een gouden koets door zijn rijk. Maar de koning begon te klagen over de hete zon, die in zijn gezicht schroeide.
Ontevreden als hij was zuchtte hij en dacht, was ik maar de zon. En zie onmiddellijk was hij de zon en strooide hij zijn gouden stralen over de aarde.
Totdat er een wolk kwam die zijn stralen tegenhield.
Ik wou dat ik zo machtig was als die wolk, dacht hij ontevreden. En zo werd hij een wolk en kon hij de stralen van de zon tegenhouden.
De wolk viel in grote druppels naar de aarde en het water stroomde woest over het land, alleen een rots bleek machtiger dan het water.
Toen werd hij kwaad omdat de rots nog sterker was en wilde hij liever een rots zijn, en ook dit gebeurde.
Toen kwam er een man met een scherpe beitel en grote hamer en hakte in de rots om er stenen van te maken.
Toen dacht de rots, was ik maar weer die steenhouwer.

Het gebeurde en vanaf dat moment deed de man elke dag zijn zware werk en was tevreden.

Woorden in zand

15 januari 2009

Twee vrienden lopen in de woestijn. Op een gegeven moment krijgen ze ruzie en de ene vriend slaat de ander in zijn gezicht. De vriend die wordt geslagen wrijft over zijn gezicht, gaat zitten en schrijft in het zand:
‘Vandaag sloeg mijn beste vriend mij in mijn gezicht.’

Gezamenlijk lopen ze verder. Na een uur komen ze bij een oase. De vrienden lessen hun dorst en nemen een bad in het verkoelende water. Als hij weer uit het water wil stappen, raakt de vriend die eerder geslagen werd in het drijfzand. Zijn vriend snelt toe en redt hem van de verdrinkingsdood. Nadat hij hersteld is van de wisse dood die hij voor zich zag, schrijft de vriend op een steen:

‘Vandaag heeft mijn beste vriend mijn leven gered.’

De ander ziet wat zijn vriend aan het doen is en vraagt verbaasd: “Nadat ik je sloeg schreef je in het zand. Nu ik je gered heb, schrijf je op steen. Waarom doe je dat?”

De vriend antwoordt: “Wanneer iemand je kwetst en je schrijft het in zand, dan zal de wind van vergeving het uitwissen. Als iemand iets goeds voor je doet, zou je het in steen moeten schrijven. De wind kan het dan nooit uitwissen.”

De moraal van het verhaal: leer je pijn in het zand te schrijven en beitel de mooie dingen in je leven in steen…

Eerlijk leren delen

9 januari 2009

Er waren eens een leeuw,
een ezel en een vos, die gezamenlijk op jacht gingen.
Ze hadden succes en vingen een luipaard.
De leeuw zei tegen de ezel: “Verdeel jij nu eerlijk de buit”.
En de ezel deelde scrupuleus nauwkeurig in drie gelijke delen,
waarop de leeuw zo woedend werd, dat hij de ezel opat.
Bleven over de leeuw en de vos. Zij gingen weer op jacht.
Opnieuw hadden zij succes en ’s avonds was er weer een luipaard gevangen.
De leeuw zei tegen de vos: “Verdeel dat nu eens eerlijk”.
De vos hield één oortje voor zichzelf en gaf de rest aan de leeuw.
Waarop de leeuw zei: “tjee, jij hebt goede manieren, wie heeft je dat geleerd?”
“Dat” zei de vos geslepen… “dat leerde ik van de ezel